Blog and Inspiration 2 Write

Categorie: (B)right 2 Write (Pagina 3 van 11)

Goed geZINd

Zinvolle schrijverslogica:

Even mijn zinnen verzitten,

Zodat ik daarna zinnen op papier zet – ja dat zint mij.

Ik heb (de) zin. Heb jij de woorden?

Ik ken het zinvolste; simpelweg goed geZINd!

Lichtpuntjes levenszin

van 100 tot eeuwig tellen

Op de honderdste dag van het jaar, zal ik optimistisch van de veronderstelling uitgaan dat er nu eens niets in het 100 loopt, zodat ik 101 creaties kan bedenken voor 1001 succesverhalen van meer dan 1 nacht en zeker geen 0 op het rekwest krijg. Laat ik hopen dat deze blog vandaag op nummer 1 staat van jou als lezer en dat we op 1 lijn zitten en dus een bisnummer met dubbel enthousiasme onthaald zal worden. Driewerf hoera. Dit moet gevierd worden, omdat ik er na veel vijven en zessen, toch in geslaagd ben om uiteindelijk in de zevende hemel te geraken. Ik had het aanvankelijk niet verwacht, maar bloggen creëert bij mij veel enthousiasme en genegenheid. Dit wordt dus uiteindelijk een tien om te zien, vanzelfsprekend want ik besef dat er door mijn persoonlijke schrijfstijl van mij toch geen dertien in een dozijn zijn.

De Romeinse letter voor het getal honderd is een C en laat dat nu de letter zijn van mijn kwartet spelletjes met het ABC van A tot Z; Creatie(f) – Connectie – Correctie – Communicatiereflectie. Als honderd de som is van de eerste negen priemgetallen (2+3+5+7+11+13+17+19+23) heb ik zeker een goed excuus om vandaag te claimen een primus te zijn.

Vandaag staat niet alleen de 100 in de kijker, maar is het ook broers en zussendag. Zelf heb ik die niet, maar ik heb mij vaak afgevraagd hoe een tweelingzus eruit zou zien, in de hoop een sparringpartner te vinden voor mijn speelse ideeën. In de spiegel kijken helpt mij uiteraard niet echt vooruit, maar ik denk wel dat ik een evenbeeld van mezelf heb gecreëerd door een copywritingbureau op te starten; alles wat daar in zit, is een reflectie van alle creatieve kronkels in mijn breintje. Mijn pen en ik – wij zijn “sisters in crime.” We zullen wel blauw bloed hebben als er inkt door onze aderen vloeit. We houden van aankleden (met woorden) en make-up (een basis laag van goede kwaliteit smeren, schitterende accenten leggen, de mooiste kenmerken in de verf zetten e afwerken met glanseffect). Samen schrijven we geschiedenis (en andere schoolvakken waarbij wij ons vooral graag uitleven in de speeltijd). Hoe dan ook reden voor dubbele pret, die zeker op de honderdste dag nog een eeuwigheid mag duren. Om dat ivoren jubileum te vieren, zal ik maar een tandje bijsteken. Neen de 100 bellen is niet nodig. Ik ben een feestnummer en verkeer nog steeds in prima mentale conditie voor 101 vervolgverhalen.

feestnr

Het recept voor een roman

Schrijven kun je vergelijken met koken: je moet de mise-en-place voorbereiden, de ingrediënten volgens de juiste verhoudingen zorgvuldig bepalen en op de ideale plaats dresseren, zodat ze degene voor wie je al dit werk doet kan verrassen.

Als een echte chef-kok neem ik je graag mee naar de keuken om de geheimen van vele soorten bereidingen met macaroniletters via het schrijven van een roman te ontdekken.

De voorbereiding zorgt ervoor dat je letterkoekjes perfect gebakken zullen zijn. Leg alle inhoudselementen klaar en stel een werkmethode op. Leg de basiselementen van het verhaal op tafel (personages, decor, situatie, thema), breng de intrige aan de kook (verhaalontwikkeling, perspectief, tijd, begin, slot en opbouw van scènes) en geef wat extra smaak door te kruiden met stilistische variaties.

Ga naar de woorden– en beeldenmarkt en shop alle basisingrediënten bij elkaar.

  • Zoek foto’s van de personages en verzamel alle elementen die de tijdsloop bepalen. Details zijn belangrijk!
  • Verifieer gegevens, haal informatie uit de realiteit en lees relevante informatie in verband met je onderwerp.
  • Je hebt een goede grond van geloofwaardigheid en herkenbaarheid nodig, zodat je een stevige bakbasis krijgt die de krokante bodem van jouw verhaalgerecht onderbouwt. Fantasie is hierbij overigens niet uitgesloten.

Er zijn vier basisingrediënten: personages, decor, situatie, thema.

  1. Een smoothie van personages.

Je hoeft niet alles te zeggen. Eén detail kan genoeg zijn voor een ganse beschrijving (vb. lederen motorpak).

In boeken kun je met namen ook iets doen. Vb. Charles De la Toison d’or maakt een buiging (de lezer verwacht dat hij dit plechtig en sierlijk doet) en Piet Leutermans maakt een buiging (waarschijnlijk plomp en brutaal).

  1. Het decor als pannenset om alles perfect te bereiden.

Het maakt wel degelijk uit waar je je verhaal situeert. Waar wil je vakantie het liefste doorbrengen? In Paradisio del Mare of Blankenberge; andere plaatsen brengen je in een heel andere keuken en sfeer terecht. De situatie is ook belangrijk. Als het buiten bliksemt, zou het vuur wel eens in de pan kunnen slaan en krijg je ofwel aangebrande prak ofwel een gesofisticeerd geflambeerd gerecht. Bij een zomerzonnetje zou alles wel eens suikerzoet kunnen worden met een extra vrolijkheidssausje. Net zoals je duidelijk moet weten wat er allemaal in je keuken aanwezig is, moeten plaatsen correct en specifiek beschreven worden om extra geloofwaardigheid te geven aan een verhaal. Schrijven is verantwoord kiezen.

  1. Het boodschappenlijstje met de situatie.

De situatie is een geheel van gegevens van waaruit je verhaal vertrekt. Zorg voor genoeg spanning en conflict. Leg van tevoren je keuze vast. “Ze houden van elkaar” is immers een totaal ander verhaal als “ze hielden van elkaar.”

  1. Bepaal een seizoensthema om het extra aantrekkelijk te maken voor je gasten.

De thematiek bepaalt het menu ofwel waar je boek over gaat. Je verleidt tot lezen en krijgt vat op de wereld. Maak een beschrijving in één woord en kies dan een motto: bijvoorbeeld: “Stoomkoken. Een opmerkelijke ervaring.”

Aan de hand van deze vier elementen (personages, decor, situatie, thema) bepaal je wat de belangrijkste peiler is en dus jouw volledige menu. Dit bepaalt het soort van boek. Je moet ook bedenken in welke grammaticale stijl je het vertelt en wie het vertelt. Het gemakkelijke is een alwetende verteller omdat dit veel mogelijkheden biedt, maar je bent natuurlijk vrij om een bijzonder perspectief te kiezen (In de roman van Guy Bogaert is degene die het verhaal brengt een plein).

Nadat je alle ingrediënten bij elkaar hebt gebracht, is het tijd om te beginnen koken, bakken en braden. Je start met het bouwen van een plot. Je moet je afvragen wat de intrige is en wat er gebeurt.

Begin de plotopbouw door te bepalen wat je als eindresultaat gaat voorschotelen. Bepaal waar je verhaal eindigt.

High five! Hier bestaan 5 manieren voor:

  1. Op het einde van het verhaal is de persoon iemand helemaal anders.
  2. Verrassend einde. De grootmeester van dit genre is Roald Dahl. Alles wat vooraf gaan hat te maken met het einde.
  3. Begrijp de truc om te zorgen dat de allereerste en de allerlaatste zin op elkaar zijn afgestemd.
  4. Een samenvatting.
  5. Open einde (of een opende met ergens de belofte dat alles OK zal zijn).

Alles tussen het begin en het einde doet er toe. Schrijf elke scène uit. Zet het plot van een verhaal een stuk verder.

Bedenk wat je in het eerste hoofdstuk geeft. Weet hoeveel ingrediënten er zijn en hoe je ze moet klaar maken. Houd de lezer in de gaten. Je moet de lezer blijven boeien.

Pas als alle scènes zijn uitgeschreven, kun je beginnen met schrijven. Vergeet het belang van de openingszin niet en besef dat elk woord, zoals een kruid in een gerecht, een effect heeft.

Tot slot bepaal je nog je stijlniveau. Heb oog voor details. Houd daarbij rekening met de volgende gegevens:

  • Je bent de schrijver wie je bent, met je eigen stijl en uitdrukkingswijze.
  • Stijl is vaak mode en tijdsgebonden. Aangezien we mensen van onze tijd zijn worden we er door beïnvloed.
  • Schrijf zo goed mogelijk. Kies de meest geschikte vorm voor je personages. Leef je in hen in.

Serveer en laat smullen.

Complimenten voor de chef mag je aanvaarden.

novelfood

 

Dichter of dichterbij?

 

Ik wil geen dichter zijn.

Ik wil dichter zijn,

dichter bij mezelf…

Dan wil ik geen woorden, maar daden,

met zinderende onzinnige zinspelingen

en toch veel zin…

 

Het is niet echt een geheim:

het enige wat ik ken is sinterklaasrijm.

Ik ben nog niet vaak op verkenningsreis geweest

naar het dichtstbijzijnde land met dichte bossen vol gedichten,

of naar de verste vertellingen met verzen.

Een ontdekkingstocht naar een oerwoud vol onontgonnen gevoelens

of een speelland vol speelse ingenieus bedachte woordspelletjes

is voor mij onbekend en onbemind;

dus voor deze blog wou ik dit even vertellen

en dit via een schijnbaar dichterlijke oplossing voorstellen…?!

 

 Gedichtjes zijn voor mij niet vanz11sprekend aangezien ik er nooit echt vertrouwd mee ben geraakt. Op een korte cursus leerde ik ter 11der ure dit elfje schrijven. Ik vond het als initiatie z11s te gek, (en 11 is dan ook het gekkengetal). Ik bed11 mijz11 nog steeds niet onder poëzie, maar dez11de apathie als vroeger is er ook niet meer.

 Een 11je

Dolfijnblauw

Brede schouders

In het water

Ik voel mij vrij

Dol-fijn!

 

Op de jaarlijkse Schrijfdag van Creatief Schrijven in Antwerpen, belandde ik door toevallige omstandigheden op de workshop “verzen die een steen verleggen” van Daniël Billiet. Gedichten zijn denk ik zo ongeveer de enige vorm van literaire creatie waarin ik mij niet 100% thuis voel. Ik deel graag mijn ervaring en nota’s.

In geëngageerde poëzie doe je wat je wenst, zowel inhoudelijk als vormelijk (hoera, laat ik dit interpreteren als mijn vrijbrief).

Tips:

  • Vergelijk een gedicht met 100 meter sprint. Begin zo snel mogelijk.
  • Volg gewoon het gedicht. Zie waar het je naar toe brengt (dit kan soms op onverwachte paden brengen).
  • Tegenwoordige tijd raakt de leze het diepst.
  • Gedichten die aanspreken hebben krachtige werkwoorden.
  • Last but not least: gun jezelf het plezier van vrij te zijn met taal en beelden.

Oefening:

  • Schrijf een aantal onderwerpen op die je frustreren.
  • Schrap al te persoonlijke dingen.
  • Kies er één onderwerp uit en bouw er een woordbeeld rond.
  • Schrap alle woorden op -heid en alle grote abstracte woorden
  • Maak een “als”-vergelijking.
  • Schrap de door jou gekozen kiezelsteen.
  • Onderstreep woorden met zintuigen. Als je deze niet hebt, bekijk dan of je tekst niet te zweverig is.
  • Beschrijf je gedicht in één zin van maximum 7 woorden.

 

Het resultaat:

Buitenaards wezen.

Dringend verzocht om weer met beide voeten op aarde te staan.

E.T. phone home!

Geen connectie. Geen connotatie.

Geen affectie. Geen affiniteit.

Niet hier in A.

Niet van A tot Z

Ik wens die A naar de maan. Aha! Ah ja!

Voldaan.

Is het dan gedaan?

Why? Why? Why? No why-fi!

Wifi is mijn Venus,

zonder heb ik niets in mijn mars.

Verbonden zijn met het uniVERSum

is nu mijn kersvers VERS

VERSta je dat?

A ja? “A” neen.

Antwerpen niet. Aarde wel.

Ik kan niet aarden in deze stad.

Zonder wifi-waarden heb ik het helemaal gehad.

Hopeloos – geen verweer.

Hongerig – naar meer.

Horror – zonder meer.

Gelukkig is er nog die G

Van Geluk en Geudens

en vooral G4.

Gebonden. Verbonden.

Toch nog iets om 4en…

 

De dag nadien ging ik naar de presentatie van de gedichtenbundel “Goud” van Jan Driesen, die werd gehouden in het sfeervolle cultuursalon van Yenn Bed & Breakfast in Leuven. Met een dergelijk juweeltje is het duidelijk dat ik nog niet “dichter”-bij ben gekomen om te schitteren.

Anderzijds… wie openstaat voor een ontdekkingsreis naar nieuwe paden en open staat om bij te leren, verdient ook een plekje onder de zon… als gelegenheidsdichter dichter bij zichzelf.

if-you-cannot-be-a-poet-be-the-poem-quote-1

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 (B)right 2 Write

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑