Schrijf! Challenge 2.
Zinnen met zin en een beetje onzin.
Weet je al wat je aantrekt vanavond?
Eigenlijk wilde ik niet gaan.
Ben je helemaal gek geworden?
Niet gaan?
Ik heb gewoon geen zin in een hele av…
Dan maak je maar zin.
Ja inderdaad zin – nu geef je ten minste een zinnig antwoord. Ik heb geen zin in een onbezonnen avond. Ik heb mijn zinnen gezet op schrijven. Ik ga mij bezinnen over mijn debuutroman die ongetwijfeld een bestseller gaat worden.
Lieve schat, ik zal je nadien naar een onbewoond eiland sturen met een koffer vol balpennen en papier, maar nu gaan we naar het galadiner van mijn werk.
Ik heb geen zin. Ver-zin maar een excuus.
Ja ja ja, jij hebt de blues maar ik wil nu eens geen blauwtje lopen.
Ik ga nu eens niet nobel zijn, al heb ik wel blauw bloed dat door mijn aderen stroomt van al die inkt die ik op papier doe vloeien.
Trek dan die schitterende nachtblauwe japon aan. Je zult de koningin van de avond zijn. Samen dansen we door de nacht en genieten we van de jaloerse blikken van mijn collega’s.
Ik ontspring liever de dans.
Draai toch niet zo in het rond. Trek gewoon die jurk aan.
Dat vod? Daar lijk ik Assepoester in.
Je overdrijft. Ik zal je morgen mijn kredietkaart geven voor een nieuwe outfit.
Aha, chantage. Mmm, dat eilandreisje zal ik dan ook maar meteen boeken. En jij wordt de sponsor om mijn boek in eigen beheer uit te geven. Ik was nog op zoek naar een conflict voor mijn hoofdpersonages, dus met deze discussie geef je mij inspiratie.
Goed, goed. Hij lachte in gedachten. Straks ging hij naar zijn vriendin. Nu had hij zijn vrouw nog even nodig om de schijn hoog te houden voor zijn baas. Morgen zou er een kras op zijn bankkaart staan. Een nieuwe halen? Geen zin!
Zij kleedde zich magisch op en lachte terug. Ze kende zijn trucjes en wist hoe te betoveren en veroveren. Zijn bankkaart had ze vandaag al stiekem gebruikt. Ze wist welk spelletje ze moest spelen om toch nog groen licht te krijgen. Woordspelletjes waren haar niet vreemd als ze ergens haar zinnen op had gezet.