Blog and Inspiration 2 Write

Categorie: Verhalen vertalen

Tandenborstelthriller

Van drillen, naar gillen, trillen en niet meer willen.

Ik woon in een nieuwbouwappartement. Toen ik er in trok was het nog niet helemaal klaar, maar wel bewoonbaar. In het begin was er dus heel wat geklop, gehamer en boorgedril om onze paleisjes af te krijgen. Ik relativeerde het als een noodzakelijk kwaad en zag er soms een perfect excuus in om mijn nieuwe omgeving te gaan ontdekken.

Nadat de huisjes min of meer afgewerkt waren, kwamen er meer buren die ze natuurlijk tot een thuisje wilden omtoveren, dus mijn lawaaimeter en tolerantiegrens stonden opnieuw voor zware uitdagingen. Klop, klop. Boing boing. Zaag zaag. Dril als thrill – waren de tonen van geregelde concerten waarbij hardrock met schreeuwende elektrische gitaren bij wijze van spreken een slaapliedje was. Maar goed, ook hier wist ik dat ik alles met de mantel der liefde en oordopjes moest bedekken.

En toen, op een mooie dag, waren alle werkmanprinsen, zonder paard maar met de nodige paardenkracht, gepasseerd en leek het verhaaltje uitgeblazen te worden met: “en ze leefden nog lang en gelukkig… in stilte… sssst…).

Toch klonk er, op een minder sprookjesachtige dag, een kakofonie van lawaai. Om 8 uur ’s morgens was het niet rustig wakker worden, tenzij je masochistisch een steeds terugkerend geluid gaat beschouwen als een meditatie-oefening om zen te worden. Tja, dat noemen ze dan gek worden op jezelf, al zou dat met zo’n scenario ook gewoon gek worden kunnen zijn. Dr. Drr. Drrrrrr. OK, feitelijke analyse: de buren zijn nog wat extra verfraaiingswerken aan het doen. Aan de origine van het lawaai te horen leek dat in hun badkamer te zijn. OK. OK. OK. Dat moest dan maar. Dr. Drr. Drrrr. Het leek alsof ze met een boor bezig waren, zodat ik de indruk kreeg naast een tandartskabinet te wonen. Dr. Drr. Drrrr. Dril. Na een uurtje of zo op mijn tanden te hebben gebeten (“tja, je moet begrip hebben voor je medemens”) stopt het lawaai plots. Eureka, de beproeving deed mij op mijn tandvlees lopen, maar ik had het tenminste overleefd en kon overgaan tot de orde van de dag. Helaas was dat te snel positief gedacht, want een uurtje later werden de trillende decibels opnieuw geproduceerd. Dril. Dril. Dril. Gil, gil, gil. Ik.moest.het.doorstaan. Ik moest weer verder gaan. De storm gaat weer even snel liggen als hij was gekomen. Joehoe, stil, stil, stil. Maar dan laait hij weer op. Dril. Dril. Dril. Bisnummer. Trisnummer. Neen, van mij geen applaus. Rond de middag leek het geen tijd voor pauze. Dril, dril, dril in het kwadraat, tot de zoveelste macht en vooral vermenigvuldigd. Ik zucht en zucht en zucht. Ik bijt op een houtje. Ik bijt door de zure appel. Ik bijt op mijn nagels. Ik wil van mij afbijten. Ik ben het zo beu als kiespijn. Het lawaai gaat maar door en door en door, om dan heel even te stoppen en daarna schijnbaar weer een tandje bij te steken.

Mijn hersenradertjes draaien op volle toeren. Wat moet ik doen. Passief zijn en verder lijden met een fake tandpaste smile omdat je als buur verdraagzaam moet zijn en sympathiek gevonden wilt worden. Of actief en leidend toch maar eens gaan horen wanneer die werken beëindigd zullen worden.

Dril. Dril. Driiiiil. Driiiiingend hoofdpijnstillers nodig. Ik besluit eerst nog maar even op onderzoek uit te gaan. De badkamer lijkt een episch centrum van mijn lokale aardbeving. Opeens krijg ik de ingeving om eens out of the box te denken en te kijken of de oorzaak niet bij mij ligt. Zou het luchtventilatiesysteem falen? Is er ergens in de kasten iets aan de hand? Ik speur naar die verdomde malheur, maar kan niets ontdekken. Totdat ik, als met een blikseminslag, opeens iets zie dat schijnbaar staat te dansen. Het zou toch niet… neeeee… eh jawel dus, mijn elektrische tandenborstel staat aan en blijkt het lawaai te maken dat al zo lang op mijn zenuwen werkte. Hij leek behekst en kon zich al de ganse ochtend spontaan aan en uit zetten. Ik zet hem af, ruk de batterijen er uit en verban hem zonder pardon naar de vuilbak, omdat ik nooit maar dan ook nooit meer in zijn verwoestende energiestroom wil terechtkomen. Poets om poets. Mijn tanden worden voortaan op een andere manier gepoetst. Veel later, als ik mij weer wat zen voel, kan ik er wel om lachen – als een boer met kiespijn.

Hit-te.

Hij keek naar haar; nog een beetje schuchter want hij wist dat als hij zou toegeven aan zijn verlangens, pure lust zijn ganse lijf zou overmeesteren. De verleiding om volop te snoepen zou hij maar moeilijk kunnen weerstaan. Hij loerde behoedzaam. Ja, een blik was genoeg. Dat zag er lekker uit. Hij wou zich helemaal laten gaan.

Oeps, ze had hem gezien en keek recht in zijn ogen. Waar kwam die hittegolf zo plots vandaan? Warmte overdonderde zijn lijf. Zijn wangen kleurden rood.

“Hé Paultje,” riep ze onbeschaamd. “Zullen we straks samen smelten?“

Hij voelde het al kriebelen. Hij juichte; in stilte uiteraard. Hoera, Liesje had hem uitgekozen als partner.

“Ja… ja!” Stotterde hij. Hij hoopte maar dat zijn stem niet te schril, maar vastberaden als een echte man klonk.

“Ja Liesje, natuurlijk. Maar eh, hoe zullen we dat aanpakken?“

“Ik heb het nog nooit gedaan, maar ik denk dat ik het wel kan,” zei ze met Pipi Langkous-bravoure.

“Euh ja, kweenie of we samen…euh…”

“Ah, ik snap het al. Jij hebt het ook nog nooit gedaan en je denkt dat je het niet kan? Geen probleem. Ik kan je leiden. Ik geef je een inleiding en dan laten we ons helemaal verleiden door alle zaligheid.”

“Stap 1. Laat me je hand pakken. Je moet eerst voelen. Voorzichtig. Bijna strelen. Ervaar de structuur. Ruik. Laat je bedwelmen door de zoete geur. Neen, nog niet likken of proeven; daar moet je nog even mee wachten. Het voorspel is heel belangrijk.”

“Stap 2. Pak vast. Voorzichtig en zacht, maar ook vastberaden met kracht.“

“Stap 3. We moeten op zoek naar hitte. Niet te zwoel of te tropisch. We moeten zorgen voor de juiste temperatuur.”

“Stap vier. Het moment om te vieren. We gaan samensmelten. Jij neemt jouw materiaal en ik mijn zoetigheid en dan zorgen we er met veel warmte voor dat we samen vloeien en één geheel worden. We gaan helemaal in elkaar op.”

Paultje bloosde. Ja, nu zou het echt gaan gebeuren.

“Goed zo,” weerklinkt opeens een enthousiaste stem. “Jullie vormen een schitterend paar. Nu moeten jullie je gesmolten chocolade in vormpjes gieten om pralines te maken.”

De juf van de chocolade workshop kwam er onverwacht bij. “Prima. Geniet ervan samen.”

Paultje aarzelde; tja dat gebrek aan ervaring…

Lies keek hem aan. Wat een lekker stuk, bedacht ze met een knipoog. Ze had wel zin… om te snoepen. Ja heerlijk, een droom zonder schroom… die chocolade die ze samen hadden gemaakt… Zou hij ook smelten voor haar? Wat een hit-te zou dat zijn…

De workshopbegeleidster had ondertussen haar eigen hete hit opgezet:

Choco choco latte.

Whoaa. Everybody in the world likes chocolate.

Ooooh, we love it.

Oh, it makes you…

Yeah, it gets you sexy…

https://youtu.be/JDw0cbkH5VY?si=Sye9VVXsEokNnRf7

Macht versus kracht.

Zijn gebalde vuist bonkte hard op de tafel.

“An-ne-ma-rie,” roept hij met een schrille stem. “Waarom is er vijf-en-vijf-tig euro van onze rekening gegaan.” “Naar Nail Art?”

“Euh…” Ze kroop al ineen vanaf het moment dat ze haar volledige naam lang uitgespeld hoorde. Zijn minachtende blik leek haar te doorboren.

“Oh Jos, Ik heb mijn nagels laten doen bij de styliste.” “Mooi hé?” kirde ze schijnbaar vrolijk, maar met een niet te verbergen onzekerheid.

“Wablieft? Jij wordt nog de nagel van mijn doodskist met die belachelijke uitgaven. Vijf-en-vijf-tig euro!” Hij leek te blaffen als een woeste hond.

“Maar schat, schatje, je wilt toch wel een knap vrouwtje…” “Beschouw het maar als een cadeautje. Voor mijn verjaardag… Of neen… voor jouw verjaardag!”

“Je moet niet zo bij de hand doen, Annemarie. Je hebt een gat in je hand!”

“Ma…” Verder kwam ze niet. Ze slikte haar “maar” in. Hij haalde weer het bloed onder haar nagels uit.

“Ma… ja je bent mama.” “Van onze zoon.” “Je blijft thuis.” “En je zorgt voor hem.” “Ik werk hard voor jouw luie luxe leven, zodat je je nagels niet meer moet breken met typen in dat saaie advocatenkantoor.” Zijn hand op tafel kletste luid.

Ze keek neer. Haar mooi gemanicuurde nagels wou ze even verstoppen.

“Ik zwoeg bloed, zweet en tranen om jouw rotzooi in dit huis op te ruimen.” Dacht ze.

“Ja lieverd,” hoorde ze zichzelf zeggen. “Je werkt hard en ik ben je dankbaar.”

“Goed goed, Marieke, ik zal deze keer mijn hand over mijn hart strijken. Wees voortaan wat zuiniger met mijn geld.”

“Ja, zijn geld,” zuchtte ze onhoorbaar. Ze had zin om haar vinger op te steken.

Hij wist niet dat ze bij de pinken genoeg was om stiekem geld te sparen, door telkens cash te vragen aan de kassa, als ze boodschappen pinde.

Ze spaarde stiekem voor haar scheiding en voortaan ook voor haar kleine pleziertjes. Hij zou, ooit op een dag, geen vinger meer naar haar uitsteken.

Dikke duim voor haar. High five!

Schoolbank. Geldbank. Strafbank.

                       

                            Van schoolbank, naar bankbriefjes, naar bang-elijk.

Grauwe wolken en de invallende winterduisternis kleuren de avond al vroeg somber en donker. De eerste regen klettert keihard tegen de ruiten. Het weer voorspelt onheil. In het dorpscafé heeft Alex een lauwe slappe koffie voor zich staan. Hij zit aan het tafeltje bij het raam. Er lijkt iets duister in de lucht te hangen. De kalende dertiger lijkt gefascineerd naar het scherm van zijn laptop. Zijn vingers tokkelen razend vlug over het toetsenbord alsof hij zijn nervositeit snel wou overwinnen. Af en toe schieten zijn ogen naar het raam aan de overkant, alsof hij dat beeld nodig heeft als een soort drug om verder te gaan. Daar woont ze, zijn kwelduivel uit zijn laatste schooljaar, mevrouw Vanderswaelen. Ze liet hem buizen voor informatica. Zijn diploma had hij nooit gehaald. Haar schuld, haar schuld, haar grote schuld. Hij zou haar eindelijk tonen wat voor genie hij wel was.

Buiten zag hij een bliksemschicht. Ping! Plotseling was het hem gelukt. Hij was eindelijk binnen geraakt in het dark web. Hij trok zijn jasje wat dichter, alsof hij zich zo kon beschermen tegen de kilte van deze wereld, maar begon ijverig te typen – als in een trance. Het ritme van de harder wordende regen tegen de ruit leek hem op te zwepen. Hij speelde zijn versie van stratego. Hij zette tactisch zijn pionnen in met phishing en mails. “Mevrouw Vanderswaelen, er werden verdachte transacties gesignaleerd op uw bankrekening. Gelukkig is ons fraudeteam zo alert om dit te ontdekken. Wij gaan uw rekeningen beveiligen. Geef hier uw codes opnieuw in.”

Alex voelde zich een machtige roofvogel die geduldig wachtte totdat zijn prooi zichzelf zou aanbieden. Hij kon al haar acties volgen. Een grimme grijns zette zijn gevoelens kracht bij. Sloeg buiten de bliksem ergens in? Hij had beet en kende nu al haar codes. Ja, wie was hier nu de computerexpert, dacht hij, terwijl hij triomfantelijk gluurde naar de lichten in het huis aan de overkant.

Het was nu pikkedonker. Geen hond te zien op straat. De cafébaas tikkelde verveeld op te telefoon en keek niet om naar zijn enige gierige klant. Koortsachtig begon Alex bedragen over te maken van mevrouw Vanderswaelen naar niet traceerbare rekeningen in zogenaamde belastingparadijzen. Hij deed nog wat gekke aankopen bij bol.com: handboeien (kon ze zichzelf opsluiten), rattenvergif en een carnavalshoed (petje af voor zijn creativiteit) zodat het zou lijken alsof de oude dame aan het dementeren was. De grote stroom spaarcenten verdween sneller als de bliksemschichten buiten. Ja ja, hij, Alex, was een genie. Geen diploma nodig. Geniaal. Fenomenaal.

Bam. De deur vloog open. Een harde koude wind blies binnen. Alex voelde hoe de rillingen over zijn lijf liepen en stond op om de toegang te sluiten. Bling! Zijn computerscherm werd zwart en er flitste een licht op. Het voelde alsof zijn keel werd dicht geknepen. Alex moest bijna naar adem happen om het bericht te lezen. “Je bent hier niet alleen! Ik wil ook een deel van de buit! Vanavond nog! Cash! Ga om 22u22 naar het bankje in het hondenparkje hier dichtbij. Be there, beste computerheld. Met het geld! Zonder geweld!”

De straatverlichting viel uit, alsof die getroffen was door de bliksem. Donkere gedachten flitsten door het hoofd van Alex. Wie was dit. Wat was er gebeurd? Dat kon toch niet? Hij dronk nog een slok van zijn koude koffie. Het leek alsof hij bittere gal moest doorslikken. Zou hij wel gaan. Waar moest hij geld vandaan halen? Zou hij kunnen zwaaien met die schamele 20 euro die hij op zak had en met een poker face kunnen claimen dat hij veel meer had? Neen, hij wist dat hij daar de moed niet voor had. Hij was moe. Hij werd moedeloos.

Misschien had hij het gedroomd. Hij schakelde zijn laptop, die hij razendsnel had uitgeschakeld in een angstreflex, weer aan. Een bliksemschicht knalde in zijn gezicht. “Kom nu! Of anders…” Alex begon te zweten. Hij wist dat hij moest gaan. Hij smeet wat geld op tafel voor zijn slootwater, terwijl de waard hem geen blik gunde. Het huis aan de overkant was nu in het donker gehuld. Die verdomde Vanderswaelen ook. Hij zou haar wel krijgen. En dat rare complot? Daar zou hij zich wel uitpraten! Hij was slim. Ja ja, hij was slim, zei hij nog een keer om zichzelf te overtuigen. Hij zou gaan, zien en overwinnen. Misschien. Euh jawel.

Hij kwam en zag en … hij wou overwinnen. Het hondenparkje lag er luguber bij. “Ja, Lexje, dacht je nu echt dat je een meesterzet had gedaan?” weerklonk een bekende stem. Het was zij, ja zij, Vanderswaelen.

Alex wou iets zeggen, maar zijn gemompel werd hard overdonderd door een wolkbreuk.

Leona Geudens

December 2023

© 2024 (B)right 2 Write

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑