Blog and Inspiration 2 Write

Auteur: Le(o)na (Pagina 11 van 21)

Woordmagiër en communicatiestrateeg.
Academische achtergrond in communicatiewetenschappen, film en management met een aggregaat voor het hoger onderwijs en een doctoraatsopleiding in de sociale wetenschappen.
Solo mama van Bona en Luna.

Bericht bewerken

De toekomst van het schrijversvak.

Doordachte dilemma’s.

Zullen computers succesliteratuur gaan schrijven? Wordt copywriter een beroep uit de oude tijd?

Roald Dahl bedacht al in 1953 een verhaal waarin een computer verhalen en romans kon schrijven. In onze moderne tijden onderzoekt de computationele literatuurwetenschap de toekomst van de schrijfkunst. De App Asibot biedt al heel wat mogelijkheden.

We zijn al slachtoffers/ fans van computers door Google.

We komen op onverwachte plekken via internet, maar zoekmachines bepalen waar we verder gaan.

Een schrijver gaat heel vaak op zoek naar gegevens op Google, dus dat is heel wat anders dan een eigen stem of geschreven bronnen. Zijn op die manier schrijvers veranderd en een product geworden van de 21e eeuw?

SEO heeft een sleutelrol in het schrijfproces. Google beslist mee over de manier waarop je verder gaat, dus een individu dat autonoom schrijft wordt zeldzamer.

Je zou je ook kunnen afvragen of een schrijfhouding iets doet met een werk. Schrijven op pc is immers heel anders dan schrijven op papier. Een nieuwe evolutie is zelfs dat teksten worden ingesproken op een gsm. De literatuur van de toekomst heeft allerlei bronnen. Als voetnoot wil ik hier toch ook opmerken dat schrijven niet altijd op papier gebeurt; soms moeten flarden van ideeën gewoon groeien in je gedachten op verwachte momenten.

In welke mate ben ik zelf een product van mijn tijd? Op commercieel vlak is Google mijn maatje en doe ik mijn best om in een goed blaadje te komen bij deze God van de kennis. Ik schrijf inderdaad op Zijn manier. Als ik verder in de toekomst kijk, vraag ik mij af of er een Internet of My Things zal zijn, waardoor ik mee moet gaan denken met mensen die spraaktechnologie gebruiken en dus op een heel andere manier gaan zoeken naar mijn titels. Ik geloof niet dat ik zo’n oudje ben dat blijft steken in de een of andere oertijd. Er staat elk semester wel een computercursus in mijn agenda, dus ik zal wel mee-evolueren met die moderne tijden. Mijn speelse hersenkronkels zie ik als een ontastbare basis; een schat die voor mij (wat hij ook waard is) niet te kopiëren zal zijn door bits en bytes – al zal ik misschien een beetje durven buigen door de presentatievorm aan te passen om een zo breed mogelijk publiek te bereiken. Tegenover die computationele literatuur plaats ik de creatie(ve) wetenschatten (ja juist in te schatten met een t) als een kostbaarheid om door de geschiedenis te koesteren!

Big Brother is watching writers.

Kan software menselijke capaciteiten opnemen? Asibot is een app voor cocreatie tussen mens en robot. Het is een literaire auto complete aangezien hij zelf zo’n 4400 romans heeft gelezen. Het resultaat is een verhaal waarbij je de indruk krijgt dat je communiceert met een primaire levensvorm en opvallend is dat er geen taalfouten worden gemaakt. Een fout wordt oud en out.

Digitale humanisten (en ja dat is misschien een nieuw beroep met meer toekomst) doen op basis van stilometrie, een onderzoek naar schrijfstijl waarmee men onbekende schrijvers kan ontmaskeren. 

De kern van software Asibot kijkt naar de frequentie van een aantal woorden (ik, en, de, dat, te, het, van, niet, in) om de identiteit van de schrijver of het mogelijke succes te bepalen. De software kan iets wat goed en slecht scoort onderscheiden, bijvoorbeeld iets literair van chicklit, Het verschil in stijl blijkt wel een richtingaanwijzer te zijn, maar er moet nog verder onderzoek worden verricht om te weten te komen wat juist de elementen zijn die het onderscheid maken.

Asibot heeft een neuraal netwerk als taalmodel en heeft zo geleerd om het volgende woord in een reeks te voorspellen. Dit zorgt ook voor tekstgeneratie, doordat er, zoals in een soort zaaicontext, iets wordt aangevuld met een waarschijnlijk woord.

Er wordt ook onderzoek gedaan naar vertalers om te kijken in welke mate zij onbewust een stempel zetten op een origineel werk.

Het blijkt wel zo te zijn dat eigen literatuur een hogere waarde lijkt te hebben dan vertalingen. Hoe meer dialoog er verder is en hoe langer de zinnen, hoe hoger er wordt gescoord op basis van een aantal literaire eigenschappen.  Gemiddelden zeggen echter niet alles. Iemand als Berlev gebruikt korte staccato zinnen, AFJ Vanderheijden heeft veelal lange zinnen maar toch zijn ze beiden succesvol.

Een opvallende trend is dat vrouwelijke auteurs ondergewaardeerd worden. Bewustwording hiervan zou kunnen helpen om op een andere manier te gaan kijken. Bij uitgevers speelt heel vaak het prestige van de auteurs mee bij de beslissing om een boek al dan niet te gaan publiceren. Bij onderzoeken is ook 70% van de deelnemers een vrouw, wat overeenkomt met het lezend publiek.

Worden computers de nieuwe schrijfgoden?

Het blijft natuurlijk wel interessant om de literaire kwaliteit van een tekst te bepalen. De vraag is of er conventies nodig zijn om een tekst literair te vinden (een onderzoek naar de zogenaamde “literariteit.”). Een tekstanalyse zou immers wel eens recht tegenover de mening van lezers kunnen staan.

Het kan interessant zijn om een samenwerking op te zetten met uitgevers, want zij willen uiteraard weten waarom iets (vb. titel) wel of niet aanslaat. Een tool om bestsellers te voorspellen zou voor hen fantastisch zijn. Succes is een fragiel gegeven, maar als men op zijn minst al zou kunnen weten of iets slechter of beter zou scoren, kan de risicofactor ergens beperkt worden.

Als je een blik op de toekomst werpt, dan heeft de output vooral een vormelijk effect. Het is niet onwaarschijnlijk dat we binnen 10 à 20 jaar pc’s hebben die een soort chicklit schrijven. Zal er een genre “Internet of Things” komen? De vraag is ook hoe lang zo’n genre meegaat.  Zal een mens niet altijd liever beslissingen nemen?

Wil een mens trouwens wel betalen voor pc-romans? In het begin waarschijnlijk wel omwille van de nieuwswaarde. Ook als het een gepersonaliseerd boek wordt, kan het een zekere waarde hebben.

Het probleem stelt zich dat er geen echte auteur is. In dit verlengde kan je je afvragen of je schrijvers moet benaderen om hun naam te lenen, omdat namen vaak verkopen. Of moet men gewoon een heel nieuwe marketingtechniek gaan bedenken, waarin de inhoud centraal staat?

Misschien moet er, in navolging van de schaakcomputers, een keurmerk voor computerliteratuur worden gemaakt met enkel bits en bytes als lezer.

De toekomst zou een soort Netflix voor boeken kunnen zijn, waar ingespeeld wordt op voorkeuren (waar je ook een verband zou kunnen leggen met aanbevelingssoftware). Je kunt dan zoiets zeggen van het genre: “ik wil de nieuwe Dan Brown in de stijl die ik leuk vind”).

Macht of kracht?

Op dit moment is Asibot nog niet commercieel, maar als het dit wel zou zijn roept dit natuurlijk een heleboel vragen op. Is er interesse voor een soort fotoshop voor teksten, waarbij je zinnen kan laten herschrijven op basis van wat je al schreef, kan herschrijven naar een andere taal en linken maken naar een soort intertextualiteitsbank? Zou dit bruikbaar zijn in scholen? Biedt het een oplossing op het vlak van woordvariatie?

Een vraag die zeker voor hoofdbrekens kan zorgen is wie er beschikking zou krijgen over die app. Zouden er geen mogelijkheden in verborgen zitten die voor ongelijkheden zorgen? Wie moet zo’n romangenerator in handen krijgen? Of gaat iedereen zijn eigen generatortje krijgen? Wat blijft er dan nog over van de literatuur?

Oh ja, uitgeverijen in eigen beheer en sociale media bieden een alternatief forum. Als ze via zo’n platform een succes worden kun je de computer nog altijd laten analyseren waarom dit zo is.

Wordt “geloof in de computer” de nieuwe godsdienst van de moderne maatschappij?

Stel hoe dan ook dat een schrijvende en zelfs denkende computer perfect mogelijk zou zijn, moet je je dan niet gaan afvragen wat de gevolgen zijn voor auteurs en een uitgeverij? Het is nu in ieder geval al duidelijk dat artificiële intelligentie een vlucht gaat nemen. Moeten we een pc wel beschouwen als een soort God? Zijn mensen niet dom als ze niet meer voor zichzelf kunnen denken. Een app kan misschien wel controle uitoefenen op spelling- en grammaticafouten, maar kan een pc ook redactioneel ingrijpen? Kan een pc wel weten waar een verhaal naar toe moet?

Ik daag de computer uit!

Een computer zal er nooit in slagen mijn creatieve hersenkronkels na te bootsen; toveren met woordspelletjes of spelen met nuances.  Wel, ik daag die artificiële intelligentie uit om mij te verbluffen – niet met zijn kennis van de regeltjes, maar met zijn creativiteit. Creatievelingen zijn een zeldzaam soort, maar juist omdat ze zo uniek zijn zullen ze de wereld blijven verbazen met hun originaliteit. Computertjes, ik wil graag eens met jullie sparren om mijn technieken bij te schaven en een kijkje te nemen in de populariteitspoll. Op wedstrijdniveau zullen jullie wellicht een massapubliek krijgen dat een staand applaus (of hyper enthousiast geklik) zal geven voor de nieuwste schrijfsels, met een bisnummer voor personaliseren, maar op hoger niveau word ik de kampioen. Ik ga graag de uitdaging aan.

Oh ja, ik ben een vrouw en ik kom qua uiterlijk en leeftijd niet in aanmerking voor de catwalk dus mijn kansen op schrijverssucces zijn volgens de statistieken beperkt. Ik ben echter geen katje om zonder handen aan te pakken, dat ervoor zal zorgen dat uitgevers en lezers die mij zullen afwijzen er een kater aan zullen over houden (Yes, “Mis Poes!” Van deze Miss Mysterie).

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is magic.jpg

Literaire cuvée prestige

In vocabularium veritas (sine qua non-sens).

Schrijven is als het maken van wijn. ’s Morgens bij het ochtendgloren, als de zon opkomt en de dauw van een nacht vol inspiratie nog op het vocabulariumveld ligt, is het beste tijdstip om woorden te plukken. Uiteraard worden ze zeer zorgvuldig geselecteerd, zachtjes geaaid met “fingerspitzengefühl,” zorgvuldig gewogen en geplukt, om tot slot in een mand te worden gelegd die als een schat naar het oogstparadijs wordt gedragen.

Ondanks hun schoonheid op zich worden de woorden genadeloos (met toch een lichte pijnsteek in het hart van de tekstteler) geplet zodat alleen de zuiverste nuances als puur kerningrediënt over blijven. Daarna wordt deze kostbare nectar, die ontdaan is van alle pulp, voorzichtig overgeheveld naar houten vaten vol hersencelletjes die gerookt zijn door een geschiedenis vol geuren en kleuren. De verzameling van geplukte lettervruchten mag hier langzaam rijpen terwijl natuurlijke gisten een bijzonder uitgelezen substantie laten rijpen. De uitkomst is onzeker af te wachten. Ervaring en kennis kunnen een positieve invloedfactor zijn, maar even goed kunnen grillige natuurelementen een rol spelen: sombere wolken die zijn overgedreven, onvoorspelbare buien, droogte van het creatieve reservoir of te zonnig humeur dat de essentie deed vergeten.

Na doorgedreven rijping van texturen en teksten waarbij elk deelelement kan rusten om langzaam zijn kerntalenten te ontplooien en harmonieus te versmelten met gelijkgestemde zielen, ontstaat een samenspel dat klaar is om voor even het daglicht te zien, waarbij een percentage van het intellectuele kapitaal naar de engelen is gegaan (al dan niet een kwestie van ze “daar boven” wat spirituele wijsheid over de aarde te kunnen laten strooien). Na een kort contact met de historische buitenwereld wordt de letterkundige samensmelting hermetisch afgesloten om volledig één te worden. Er wordt zelfs een etiket opgeplakt dat de ingrediënten van de toverformule tracht te voorspellen en er met een verbeeldende hersenkronkel een klinkende titel aan geeft.

Wanneer de tijd dan eindelijk rijp is voor een publiek dan gaat de presentatie gepaard met een knallend begin; alle druk wordt vrijgelaten en sprankelende ideetjes mogen eindelijk tonen dat ze pareltjes zijn geworden. Ze moeten op de juiste manier worden gepresenteerd in een soort glazen stolp waar letters, woorden en zinnen subtiel kunnen walsen met hun mede-klinkers. De maker ziet toe en weet dat de producten van zijn geestesarbeid gesmaakt zullen worden en rijmen met het publiek, dat de magische substantie voorzichtig zal proeven en laten inspelen op al zijn zintuigen. Bezinning over zinnen zal hopelijk zin geven om meer te “boeken,” zodat de meester – woordgoochelaar niet op de fles zal gaan of in de toekomst krenterig zal moeten zijn met de vruchten van zijn denkreservoir.

Proost met een woordentoost!

Chateau Literair Elitair

Energie-arMOEDe

Af en toe draait ze het knopje op, om heel even de koude weg te blazen. De knoop om toch energie (mazout) te laten leveren werd vooral doorgehakt omdat ze zo verlangde naar een warme douche. ’s Morgens water koken en in de wasbak gieten om daarna rillend te frutselen met een washandje, gaf haar het gevoel op de noordpool te vertoeven.

Het ijslaagje op haar ziel lijkt echter nooit te ontdooien, maar eigenlijk vond ze dat niet slecht – het leek haar te helpen om kil en afstandelijk te reageren naar de buitenwereld toe. “Alles goed?” Jan ja natuurlijk. Afstand staat voor haar gelijk aan stand houden. Bestaan. Op haar best.

Als anderen haar zien, acteert ze de beste versie van zichzelf. Welvarend. Voortvarend. Een mens. Alles naar wens. Ze schaamt zich. Ja, ze schaamt zich. Diep. Bodemloos diep. Ze zou in de aller diepste put willen wegzinken als mensen er zouden achter komen hoe ze er werkelijk voorstaat met haar minimale budget dat zelfs geen ruimte laat voor basisbehoeftes. Ze is sterk, maar heeft geen werk. Ze is gediplomeerd, maar door ex en ziekte geruïneerd. Ze had successleutels in handen, maar toch slaagde ze er niet in om deuren te openen.

Zo koud. Zo kil. Verkleumd. Verklamd. Verlamd door armoede. Ze zit opgerold in haar zetel, met haar jas aan en met een dik deken daarover. Ze heeft geen energie om iets te doen. Ze weet dat als ze de verwarming aanzet, ze vroeg of laat de tol voor moet betalen. Ze kan het niet aan om nog eens de centjes voor mazout op te hoesten. Na twee weken in de koude omdat de tank leeg was, begon ze een nieuwe maand en kon ze de leverancier laten komen voor die contante betaling eiste – 1/3 van haar maandinkomen – vertaald als: op alles besparen, geen uitstapjes, op zoek gaan naar gratis eten of afval waar nog iets van te maken valt. De hoeveelheid die ze had besteld was alles wat ze kon betalen, slechts een kwart van wat een normaal gezien verbruikt voor een jaar. Een kantoor- of schoolgebouw kon haar overdag niet verwarmen. Zij was noodgedwongen altijd thuis.

Uiteraard nodigt ze niemand uit bij haar thuis. Ze schaamt zich te veel voor haar schamele woonst. Een extreem diep gewortelde schaamte, die elk vezeltje van haar lijf, maar ook haar psyche en zelfvertrouwen, leek te hebben aangetast, zorgde ervoor dat ze zich liever verschuilde in haar grot van eenzaamheid en extreme eenvoud.

Ze heeft gefaald. Fenomenaal. Fataal. Feilloos. Feitelijk. Het is haar schuld. Haar schuld. Haar grote schuld.

Geen haan zal naar haar kraaien. Ze zal niet op de barricades staan strijden. Niks kan volgens haar tot een beter leven leiden. Leven – overleven, is lijden, afzien en afzien van.

En er is hoop…?

Dromen van een energie-minimum in de lijn van het bestaansminimum om maximaal menselijk te (over)leven.

Of een beetje realistischer: uitkijken naar beter weer. Vooruit zien. Laat de tijd sneller vooruit gaan.

En de rest…is stilte. En nog een dekentje. En goed afgedekt. Deksel dicht!

Enerfgie-armoede..
Ar-moedig verk-lam-d.

Gez-wind

Van opwindend naar inbindend.

Van ruw naar luw.

Cru. Cruciaal.

Voor even.

Dan weer zoef weg. Als een hazewind in een dagelijkse race, waarin het niet snel en krachtig genoeg kan zijn voor zover het onder controle is.

De storm gaat liggen. Mensen stormen weer naar buiten.

Stom. Gejaagd.

Vergeten we weer even om stil te staan?

Bye, bye – z-waai, z-waai.

Alleenstaande mama’s; “unieke” heldinnen.

Er zijn heel veel bekende vrouwen: filmsterren, sportkampioenes, beroemdheden en beruchtheden uit reality reeksen, succesvolle onderneemsters enz. die in de schijnwerpers staan en daar, vaak wel verdiend, beloningen, medailles en bloemen voor krijgen. Ik zou eens graag een ster maken van die onbekende heldinnen die zowel op zonnige dagen als tijdens donkere nachten noodgedwongen helemaal alleen voor hun kinderen moeten zorgen.

Ze moeten het soms bekennen. Ze zijn buitenaardse wezens – zo lijkt het toch. Ze zijn alleenstaande moeders. Men geeft hen daardoor een stempel, zoals de nazi’s een ster gaven aan de joden. In hun niet zo werelds bestaan zijn er ook sterren; hun kinderen. Zij brengen heel wat licht in hun bestaan, al worden ze als mama verondersteld zelf het lichtend voorbeeld te zijn.

Ze bewegen zich vooral binnen hun eigen sterrenstelsel en hebben het gevoel dat enkel een UFO hen kan komen ontvoeren om er weg te geraken. Andere werelden ontdekken lijkt hen uiteraard hemels, maar ontsnappen uit de gevangenis van de dagelijkse verantwoordelijkheden is een helse onderneming.

Ze hebben vaak een droom. Zet hen even op de planeet Mars. Ze hebben heel wat in mijn mars! Ze zouden zo graag cursussen volgen:

  • talen – al dan niet om met andere buitenaardse wezen te converseren.
  • informatica; al was het maar om een keukenrobot te fabriceren die hen helpt met huishoudelijke taken.
  • of desnoods een opleiding als waarzegster om de sterren te lezen.

Ze hebben wellicht nog andere dromen. Ze wensen een hemels lichaam. Ze willen zich terug als een vis in het water voelen en naar de zwemschool gaan. Helaas vallen hun plannen steeds in het water en dat is helaas niet letterlijk.

Ze dromen tevens over kookcursussen met room, schroom voelen voor ontmoetingen met nieuwe vriendinnen, vroom yoga volgen, chroom poetsen, loom luieren, gnooms knutselen, droomprinsen en suikerooms voor hun kinderen ontmoeten en nog zo veel meer.

Hun dromen blijven zweven in de ruimte; juist omdat ze geen ruimte krijgen! Ze hebben kinderen die ze voor geen goud zouden willen missen, maar hun solo verantwoordelijkheid voor hen zorgt er wel voor dat ze niet zomaar kunnen uitvliegen. De kleintjes naar de maan wensen is toch ook weer te negatief gesteld. Misschien denken velen dat velen dat ze slechts uitvluchten zoeken, maar zo simpel is het allemaal niet.

Ze zouden onder een hoedje (parapluutje) kunnen spelen met Mary Poppins en een babysit kunnen laten aanvliegen, maar er zijn toch wel wat obstakels:

  1. Ze lijken soms satellietboodschappen te moeten uitzenden om een babysit te vinden. Hallo aarde, ontvangt u hen? Kan E.T. anders even bellen voor een bezoek aan hun huisje?
  2. Ze zijn trouwens dikwijls bang voor de (in hun ogen) astronomische bedragen die daar aan verbonden zijn.
  3. Het is bovendien niet eenvoudig om als moederkloek je kuikens en nest toe te vertrouwen aan een vreemde eend in de bijt. Als je het een tijdje probeert en de balans opmaakt lijkt er soms eerder sprake te zijn van een duiventil, waar steeds weer andere (al dan niet rare) vogels aan – en af vliegen.
  4. De kuikentjes worden soms ook groot en spelen graag haantje de voorste. Ze kraaien dat ze geen zin hebben in al die vreemde vogels. Groot genoeg om (even) alleen te hokken zijn ze echter nog niet.

Eigen schuld, dikke bult voor al die schuldgevoelens? Denkt u dat een gescheiden mama, bewust alleenstaande moeder of jonge weduwe dan maar aan efficiënt tijdsbeheer moet doen en tijd voor zichzelf moet organiseren als de kinderen naar school gaan? Zij lachen zich een bult met dit soort veronderstellingen en werken zich ondertussen een bult. Ze zouden vaak willen dat ze een raket hebben om van “opvang” naar “werk” te vliegen, want in hun leven moeten ze schijnbaar de tijdsmuur crashen. Moeten ze een vallende ster zien om meer tijd voor zichzelf te wensen? Meestal blijven ze zoals de planeet Saturnus rond het daadwerkelijke leven op aarde cirkelen.

“Efficiënt time management” is een cursus die tegenwoordig in is. Alleenstaande mama’s kunnen dus proberen dit toe te passen op hun eigen leven door alles te combineren en hun kinderen gewoon mee te nemen naar allerhande activiteiten. Ofwel worden ze beschouwd als een “illegal alien,” waarvoor men als uitzonderlijke goedheid toeliet dat er een paar “annexen” mee kwamen. Ofwel moeten ze baan ruimen omdat de kinderen geen ruimte hadden en hun verveling niet in goede banen konden leiden. De geleerde vrijetijdsagogen hebben blijkbaar nog niet aan de intergalactische mogelijkheid gedacht om verenigingen met activiteiten op maat en leeftijd van alle gezinsleden op te richten.

Te verguizen, niet te begrijpen of te bewonderen; ze blijven dus hoe dan ook een “uniek” exemplaar. Alles is echter niet steeds kommer en kwel. Je kunt stellen dat alleenstaande mama’s door de liefde van hun kinderen toch het gevoel heb af en toe op de planeet Venus te wonen. Maar toch, waar zijn die medailles voor hen op onze aardse planeet? Schat mama’s naar w-aarde!

Ode aan de solo onbekende mama!

Moederdag

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 (B)right 2 Write

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑