Groen – zo was het gras in de weide, terwijl de bloedrode zon moeite deed om op te komen en de wereld te wekken met de eerste prille lentestraaltjes. Het lammetje dartelde rond. Ze werd vertroeteld door De Mens, geaaid en gevoed. Er leek telkens een schaduw over haar te komen als Hij kwam alsof er een wolf in schaapskleren was, maar ze liet hem toe uit eigenbelang. Toen luidden de paasklokken. De sprietjes naast de gele narcissen kleurden rood. Een herrijzenis, die bloedserieus gevierd werd met schaap aan het spit; bloedrood vlees. Ze werd “zalig” verklaard door alle bloedverwanten.