Schrijf! Challenge 10.

Vervreemd niet van je verhalen. Blijf ze aandacht geven.

 

Dag vreemde mevrouw.

Ze krabde in haar haar. Er leek een zuchtje koude wind door te blazen.

Hallo vreemdeling. Welkom terug.

Een gevoel van onrust maakte zich van haar meester. Het leek alsof er iets tegen haar gezegd werd, maar ze twijfelde.

Ja dag! U daar! Kent u mij nog? Het is weer veel te lang geleden zeker?

Nu wist ze het zeker. Er sprak iemand tegen haar. Ze keek wantrouwig rond, maar zag niemand.

Wel ja, ik had het weer kunnen denken.

Nergens iemand te bespeuren alhoewel ze duidelijk iets hoorde. Ze kreeg een pijnlijke kronkel in haar maag.

Je hebt mij weer eens verwaarloosd. Je raakte mij dagenlang niet aan, terwijl ik juist zo veel behoefte heb aan aandacht om niet te vervellen.

Met een droge keel stotterde ze: wie ben je en vooral waar ben je?

Och zo, mevrouwtje weet niet waar ze het heeft…

s-s-s-sorry

Ik ben jouw kind, jouw geesteskind. Ik zit in jouw hoofd. Ik ben nog maar een papieren foetus in je gedachten, maar ik ga een kampioentje worden waar je trots op mag zijn. Ik word jouw eerste boek.

Oh ja, natuurlijk prevelde ze verlegen. Je moet nog wat groeien

Inderdaad, je bent nu al meer dan een jaar van mij in verwachting.

Ik koester hoop dat je geboren gaat worden.

Weet je dan niet dat ik elke dag moet eten, verzorgd worden, geaaid. Geef mij letterkoekjes. Maak mij mooi door hier wat te veilen of daar wat accessoires toe te voegen. Kijk mij in de ogen. Koester mij.

Ja, ik heb je genegeerd. Ik ben schuldig. Tot welke straf zou je mij veroordelen?

Je wordt bevorderd tot beul. Hak mij in stukken. Versnipper mij tot smalle reepjes papier. Vermoord mij. Je zult er zelfs ongestraft mee weggeraken.

Maar maar…,is al mijn harde werk dan voor niets geweest? Heb ik daarom zo zitten zwoegen om die woordpuzzel in elkaar te krijgen, om te passen en te meten tot alles klopte? Het is net alsof je vraagt om mijn rechterarm af te snijden.

Inderdaad. Maar laat dit een oproep zijn om wakker te worden. Je krijgt nog één kans. Je geesteskind uit het oog verliezen is hetzelfde als hem vermoorden.

Ze wist niet of ze droomde. Misschien had ze net iets te veel likeur gedronken. Wat ze wel besefte was dat dat stemmetje in haar hoofd gelijk had. Ze nam haar pen en begon te schrijven; letter na letter, woord na woord. Ze was in een flow die niet te stoppen leek. Ze begon al te dromen van haar werk in de boekhandel.

Zonder dat ze het zag was haar dochter in de zetel achter haar gekropen met een grote zak nic nac-jes.

Mama, mama zei ze. Ik heb je nodig. Je moet mij helpen bij mijn opstel.

Ze stond toch maar op. Ze zou niet willen dat dit kind haar later zou zien als een vreemde mevrouw.

Dag boekenwurm. Tot gauw. Jij wordt een vervolgverhaal, prevelde ze nog vlug.

 

brightxmas2