Duo-baan (schrijven met twee. We zijn twee kippen en gaan op bezoek in het museum voor natuurwetenschappen) (Leona afwisselend met Greet).
M-U-S-E-U-M. Wat is dat hier voor een groot kippenhok?
Moeten we inkomgeld betalen?
Niet veel, een kip mag altijd voor een appel en een ei naar binnen.
Vandaag leg ik geen eieren.
Ik kakel je wel naar binnen. Kom mee, ik speel vandaag haantje de voorste.
Heb je je kam op zak? Kan in mijn veren netjes leggen voor we naar binnen gaan?
Niet nodig. Je uiterlijk verdient een pluim. Kom op, we gaan deze plek uitkammen.
Jij als haantje de voorste, loop nu maar achter me. Kan ik eens met de pluimen gaan lopen. Van de flamingo bijvoorbeeld. Maak jij een foto van ons twee? Neen, geen selfie. Van die roze en mij.
Prima, dat wordt “la vie en rose” voor jou. Maar wat is dat voor een rare vogel? Waarom vliegt hij er niet op uit? Zijn leven is precies niet te rooskleurig?
Loopt waarschijnlijk op te hoge poten. Er zijn altijd van die types die de lat te hoog leggen. Alsof het leven lijkt op de Olympische Spelen. Mij hebben ze alvast een ring aangedaan.
Niet zo hoogdravend. Straks belanden we nog in de boksring en eindigt een van ons als opgezette kip in dit museum.