Het kind wacht bij het huis van zijn oma.
De kleine jongen was al zo lang aan het wachten – dat zijn een heleboel 88 – “achten.” Waar zat Moeke toch met haar ged88? Ze wist toch dat ze hem kon verw88? Was hij haar niet meer ge9? Waar zou dat aan hebben gelegen? Hij had vanz11sprekend 10/10 gehaald op zijn taak van rekenen. Hij was toch die kleine prins, waarvan er geen 13 in een dozijn (12) waren? Nu leek hij helemaal alleen op de wereld.
De tijd bleef verder tikken. Tik-tik-tik. Ja daar werd je “getikt” van. Zou mama hem straks op de vingers tikken als hij niet bij oma was geweest? Misschien moest hij gewoon aftellen en dan zou ze verschijnen; 10 -9 -8; zucht weer gew8 – ja nu al High Five – 4 – 3 – 2 – 1, een half, een kwart, bijna niks, nul. Joehoe oma, kom maar tevoorschijn! Nog steeds was er niets te zien. Misschien speelde ze wel verstoppertje? Ja, dat moest het zijn. Hij ging haar zoeken. Hij glipte binnen langs de achtertuin en keek door het raam van de gesloten keukendeur. Opeens zag hij haar liggen op de grond. Jippie! Gevonden! Maar ze reageerde niet op zijn geroep, hoe vaak hij ook schreeuwde.
De jongen wachtte bij het huis van zijn oma, die niet meer meetelde. Ontelbaar lang.
Leona Geudens