In vocabularium veritas (sine qua non-sens).
Schrijven is als het maken van wijn. ’s Morgens bij het ochtendgloren, als de zon opkomt en de dauw van een nacht vol inspiratie nog op het vocabulariumveld ligt, is het beste tijdstip om woorden te plukken. Uiteraard worden ze zeer zorgvuldig geselecteerd, zachtjes geaaid met “fingerspitzengefühl,” zorgvuldig gewogen en geplukt, om tot slot in een mand te worden gelegd die als een schat naar het oogstparadijs wordt gedragen.
Ondanks hun schoonheid op zich worden de woorden genadeloos (met toch een lichte pijnsteek in het hart van de tekstteler) geplet zodat alleen de zuiverste nuances als puur kerningrediënt over blijven. Daarna wordt deze kostbare nectar, die ontdaan is van alle pulp, voorzichtig overgeheveld naar houten vaten vol hersencelletjes die gerookt zijn door een geschiedenis vol geuren en kleuren. De verzameling van geplukte lettervruchten mag hier langzaam rijpen terwijl natuurlijke gisten een bijzonder uitgelezen substantie laten rijpen. De uitkomst is onzeker af te wachten. Ervaring en kennis kunnen een positieve invloedfactor zijn, maar even goed kunnen grillige natuurelementen een rol spelen: sombere wolken die zijn overgedreven, onvoorspelbare buien, droogte van het creatieve reservoir of te zonnig humeur dat de essentie deed vergeten.
Na doorgedreven rijping van texturen en teksten waarbij elk deelelement kan rusten om langzaam zijn kerntalenten te ontplooien en harmonieus te versmelten met gelijkgestemde zielen, ontstaat een samenspel dat klaar is om voor even het daglicht te zien, waarbij een percentage van het intellectuele kapitaal naar de engelen is gegaan (al dan niet een kwestie van ze “daar boven” wat spirituele wijsheid over de aarde te kunnen laten strooien). Na een kort contact met de historische buitenwereld wordt de letterkundige samensmelting hermetisch afgesloten om volledig één te worden. Er wordt zelfs een etiket opgeplakt dat de ingrediënten van de toverformule tracht te voorspellen en er met een verbeeldende hersenkronkel een klinkende titel aan geeft.
Wanneer de tijd dan eindelijk rijp is voor een publiek dan gaat de presentatie gepaard met een knallend begin; alle druk wordt vrijgelaten en sprankelende ideetjes mogen eindelijk tonen dat ze pareltjes zijn geworden. Ze moeten op de juiste manier worden gepresenteerd in een soort glazen stolp waar letters, woorden en zinnen subtiel kunnen walsen met hun mede-klinkers. De maker ziet toe en weet dat de producten van zijn geestesarbeid gesmaakt zullen worden en rijmen met het publiek, dat de magische substantie voorzichtig zal proeven en laten inspelen op al zijn zintuigen. Bezinning over zinnen zal hopelijk zin geven om meer te “boeken,” zodat de meester – woordgoochelaar niet op de fles zal gaan of in de toekomst krenterig zal moeten zijn met de vruchten van zijn denkreservoir.
Proost met een woordentoost!