Een vlucht zwaluwen trok door de lucht, wellicht op zoek naar betere oorden. De bomen verloren bladeren. Ze had zin om naar buiten te gaan, om het leven in te ademen; diep en intens.
De deur zwaaide met een klap open.
Mama, mama, kijk eens, ik heb een mooie tekening gemaakt. Speciaal voor jou!
“Wow! Super schatteknolleke!” zegt ze terwijl ze een paar tranen wegveegt met haar mouw.
Hé mammie, wat is er? Heb je je pijn gedaan?
Och eigenlijk…
Zal ik een kusje geven? Dan geneest het sneller; dat zeg je altijd zelf.
…
Smmaakkk!
Ga eens naast me zitten, grote jongen. Ik moet je iets vertellen.
Kijk eens naar mijn tekening. Gemaakt met mijn nieuwe stiften.
Ik heb vaak pijn. Ik ben ziek.
Zie je die zon? Ik heb haar een glimlachend gezichtje gegeven.
Binnenkort ga ik naar het ziekenhuis gaan.
Hier heb ik jou getekend. Oh dat is niet erg, dan blijf ik bij papa en gaan we samen naar de frituur.
Waarschijnlijk moet ik lang blijven.
Oh? Misschien kan ik met papa ook een keer naar de pizzeria gaan. Ik kom je wel bezoeken en je krijgt elke dag een tekening.
Het gaat een zware operatie zijn. Luister goed jongen, weet dat ik veel van je hou en dat ik altijd aan je denk.
Huh? Je komt toch wel weer terug?
Och jongen, ik weet het niet.
Dat kan toch niet anders! Ik ga al een tekening maken om mee te nemen. Met zo’n mooie zon en zo’n lachend gezichtje.
Hij huppelde weg.
Buiten groeide tussen het bruiner wordende gras een zeldzame bloem. Een schraal zonnestraaltje scheen door de wolken. Ze keek naar de tekening. Een glimlach kentekende haar gezicht.